Ontwikkelingen jeugdzorg

De gemeente Ouder-Amstel is gezamenlijk met drie andere gemeenten (Amsterdam, Diemen en Uithoorn) en tien kernpartners voor hoogspecialistische jeugdhulp (HSJH) met ingang van 2022 een taakgerichte samenwerking aangegaan. Hierin worden jaarlijks afspraken gemaakt over de uitvoering van de hoog specialistische jeugdhulp, zoals over het lumpsumbedrag per kernpartner en het verwachten aantal jeugdigen (per zorgvorm) dat in een jaar bereikt wordt.

Op basis van voorgaande jaren is eind 2021 een inschatting gemaakt van de benodigde lumpsumbudgetten en clientaantallen per kernpartner. Gedurende 2022 kwam uit de voortgangsgesprekken met de kernpartners het beeld dat zij binnen het beschikbare budget zouden blijven. Begin 2023 meldden twee van de grotere kernpartners bij hun verantwoording over 2022 echter dat zij dat jaar hogere kosten hadden gemaakt als gevolg van hogere clientaantallen dan voorzien. Ten tijde van het opstellen van deze bestuursrapportage lopen met deze twee kernpartners nog de gesprekken over de afwikkeling van 2022, waarbij het financiële kader (oftewel het beschikbare budget binnen onze begroting) leidend is. Dat beschikbare kader biedt beperkt ruimte voor gedeeltelijke vergoeding van de gemaakte extra kosten voor 2022, de rest komt in lijn met de contractuele afspraken voor eigen rekening van de desbetreffende kernpartners.

Landelijke trend mentale gezondheid jeugd
In 2022 was er dus sprake van hogere clientaantallen bij de kernpartners dan oorsponkelijk voorzien. Ook geven deze kernpartners aan dat de zwaarte en duur van de benodigde behandelingen toeneemt. Deze stijging in clientaantallen en zwaarte van de behandeling sluit aan bij een zorgelijke landelijke trend die de GGD ook in haar corona Gezondheidsmonitor voor Jongvolwassenen (2021) signaleert. Daarnaast is er ook sprake van landelijk beleid dat bijdraagt aan een toenemend beroep op jeugdhulp. Zo zijn er wachtlijsten voor de volwassenen GGZ terwijl 70% van de ouders van jeugdigen met hulp GGZ-problematiek hebben. Daarnaast is er een hoge drempel voor een beroep op de Wet Langdurige Zorg waardoor jeugdigen op hulp vanuit gemeenten zijn aangewezen en is de toegang tot hulp op basis van de Jeugdwet ruim geformuleerd waardoor er bijvoorbeeld geen eigen bijdrage gevraagd kan worden in tegenstelling tot andere voorzieningen.

Onzekere factoren
In deze eerste Burap worden aanvullende middelen gevraagd aan de raad voor de hoogspecialistische jeugdhulp (HSJH). Daarnaast bestaat de jeugdhulp nog uit de enkelvoudige specialistische jeugdhulp (ESJH), jeugdbescherming, jeugdbescherming, dyslexie, individuele betaalovereenkomsten (IBO's) voor specialistisch aanbod dat niet is ingekocht bij vaste aanbieders en  het zogenaamde Landelijk Transitiearrangement (LTA) bestaande uit een set aan afspraken die landelijk door de VNG wordt gemaakt voor aanbieders met uitzonderlijk aanbod. De jeugdwet is een open einde regeling. Dat betekent dat de gemeente verplicht is om zorg voor jeugdigen toe te kennen die dat nodig hebben. De gemeenten kan de instroom van nieuwe cliënten dus niet volledig stoppen, wel tot op zekere hoogte sturen. Waarbij gemeenten een (zeer) beperkte invloed hebben op belangrijke verwijzers (huisartsen en jeugdbescherming) die circa 65% van de verwijzingen doen. Daarbij lopen kleinere gemeenten verhoudingsgewijs meer risico, omdat enkele dure trajecten grote invloed op het totaal van de kosten van de Jeugdzorg. Instroom van dit type cliënt kunnen we niet voorzien noch uitsluiten en juist bij deze cliënten is intensieve hulp vaak dringend en zonder uitstel nodig.

Prognose 2023
In het kader van het programma datagedreven sturen is in 2022 gestart met het opstellen van een verbeterde prognose voor de jeugdhulp, om vooraf inzicht te krijgen in de verwachte ontwikkelingen en daarmee aan college en raad keuzemogelijkheden te bieden. Deze prognose is nog volop in ontwikkeling en er wordt een dashboard gebouwd om de onderliggende trends en ontwikkelingen in beeld te brengen. Ook wordt gekeken naar de mogelijke invloed van de feitelijk gerealiseerde uitgaven en de invoering van het woonplaatsbeginsel in 2022 op de prognose voor 2023 en verder. Het prognosemodel en het dashboard zijn dus nog volop in ontwikkeling en daarnaast is ten tijde van het opstellen van deze eerste Burap nog weinig zicht op de trends en ontwikkelingen in de eerste maanden van dit jaar. Daarmee is het nog te vroeg om in deze eerste Burap al aanvullende middelen aan te vragen voor de niet-HSJH onderdelen van de begroting. Naar verwachting hebben we medio 2023 een completer beeld van de uiteindelijke prognose voor 2023 en de eventuele financiële gevolgen daarvan worden in de tweede Burap aan de gemeenteraad voorgelegd.

De afgelopen jaren is een toenemende vraag naar langdurigere en zwaardere jeugdhulp ontstaan. Dit is in de eerste plaats zorgelijk omdat het iets zegt over de mentale gezondheid van de jeugd in Ouder-Amstel. Tegelijkertijd heeft deze toenemende vraag ook een aanzienlijke impact op de gemeentelijke begroting. Zoals gezegd gaan we verder met het bevorderen van de mentale gezondheid van de jeugd en met maatregelen voor kostenbeheersing van de jeugdhulp.

De vraag is wel, zeker in meerjarenperspectief, of continuering van het huidige beleid ook financieel haalbaar is. Dit vraagstuk wordt verder uitgewerkt, waarbij gekeken wordt naar verschillende scenario's. Waaronder het scenario continuering van het huidige beleid waarbij alle doorverwijzingen voor jeugdhulp vanuit de professionele verwijzers (gemeente, huisartsen en jeugdbescherming) worden gehonoreerd. Maar ook het scenario gereguleerde instroom, waarbij het beschikbare financiele kader leidend is en gewerkt gaat worden aan gereguleerde instroom als dat kader is uitgenut. Als er dan bijvoorbeeld sprake is van veiligheidsrisico’s of een andere urgentie of het een justitiële maatregel betreft, komt een jeugdige niet op een wachtlijst en kan hij/zij toch gereguleerd instromen. Voor dergelijke scenario's gaan we de maatschappelijke en financiele effecten uitwerken en als het financiele perspectief daar aanleiding voor geeft dan leggen we deze scenario's ook aan u voor.

  • Inhoudelijk de kosten van de top 10 duurste cliënten in verblijf opnieuw beoordelen en onderzoeken of (inmiddels) niet afgeschaald kan worden naar andere vormen van zorg.

  • De uitstroom per zorgaanbieder analyseren en ook naast elkaar leggen, identificeren waarom de ene zorgaanbieder snellere uitstroom heeft dan de ander, vanuit contractmanagement hier gesprekken over voeren.

  • Via een bestandsanalyse potentiële WLZ cliënten identificeren en aanmelden voor de WLZ.

  • De WPB (woonplaats beginsel) cliënten in kaart brengen. Deze categorie cliënten zitten veelal in (kostbaar) verblijf buiten de grenzen van de gemeente Ouder-Amstel . De kosten van deze cliënten worden doorgerekend aan de gemeente Ouder-Amstel omdat Ouder-Amstel de gemeente van herkomst was voordat deze cliënten in verblijf gingen. Omdat deze cliënten al geruime tijd buiten de grenzen van de gemeente wonen is deze groep cliënten in feite onzichtbaar voor de gemeente Ouder-Amstel waardoor het noodzakelijk is om in beeld te brengen waar de cliënten zitten en te beoordelen of zorg met verblijf nog steeds noodzakelijk is. Of dat er afgeschaald kan worden naar andere vormen van zorg.

  • De trajecten die (dreigende) hoge kosten met zich meebrengen inhoudelijk bespreken in een multidisciplinair team met als centrale vraag - wat kan gedaan worden om de kosten te minimaliseren?

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf